Poëzieweek 28 januari – 3 februari 2021 Op donderdag 28 januari is het Gedichtendag, de start van de Poëzieweek. Graag zouden we als Taalpodium een ‘echte’ poëzieavond hebben georganiseerd met als thema ‘samen’, maar dat kan helaas niet vanwege de huidige lockdown. We wijzen daarom graag op de vele digitale activiteiten die in Nederland en Vlaanderen in het kader van de Poëzieweek worden georganiseerd. De informatie hierover vind je op https://www.poezieweek.com/
Taalpodium-leden in ‘Mijn overbuurvrouw is een meeuw’ Zojuist verschenen: ‘Mijn overbuurvrouw is een meeuw’, een bundel met een keuze uit de gedichten op www.coronagedicht.nl. De selectie van deze gedichten uit ‘de eerste golf’ werd gedaan door Tsead Bruinja (ex-Dichter des Vaderlands, recent opgevolgd door Lieke Marsman) en Wim van Til (oprichter van het Poëziecentrum Nederland én Taalpodium-lid). Vijf Taalpodium-leden zijn met een gedicht vertegenwoordigd in de bundel: Charlotte Broekman, Jolies Heij, Daphne Kalff, Suzanne van Leendert en Cora de Vos.
‘Mijn overbuurvrouw is een meeuw’ is via e-mail te bestellen bij uitgeverij Liverse (info@liverse.nl) of via de (steun uw lokale!) boekhandel (ISBN 978-94-92519-66-5 – 162 blz – € 14.95).
Kijktip ‘Vaart’ Filmer en Taalpodium-lid Suzanne van Leendert timmerde op filmfestivals al flink aan de weg met haar documentaire ‘Vaart’, een film over vier seizoenen Klopvaart in Utrecht. Op zondag 31 januari kun je haar ode aan de stadsnatuur ieder uur zien op https://www.rtvutrecht.nl/, tot 12.00 uur de volgende dag. De poëtische voice-over is van dichter Anne Broeksma (van het Utrechtse Stadsdichtersgilde).
Als voorproefje kun je deze mooie reportage bekijken gemaakt door U in de wijk Overvecht, waarin Suzanne een toelichting geeft op het maken van haar film.
Taalpodium-leden zenden elkaar en de lezer lichtpuntjes voor de donkere maanden. Ook in deze derde van drie afleveringen, de vorige verschenen op 10 en 15 december, begroeten zij het nieuwe jaar in de vorm van gedichten, foto’s, korte verhalen en een enkel vlogje. De lege agenda’s van 2020 mogen dicht: hallo 2021!
Terugschouwen
In een doos met zijden voering en veel ruimte voor afstand eerst de nieuwe woorden die gaan erin op datum
De virologen en de virusremmers de mondkapjes en de special force de besmetting op intensive care
De pandemie en de lockdown van al onze pleisterplekken We liepen door lege straten We wonden elkaar niet op want elke omhelzing elke kus zou tot BESMETTING kunnen leiden
En die weer tot de dood Dat was dacht ik niet de bedoeling Misschien moet dit jaar 2020 naar de kringloop als trofee uit de gesloten gevangenissen.
Voor 2021 hoop ik dat we weer vaker zullen lachen samen en soms ook alleen.
De eeuw is jarig en heeft haar een-en-twintigste bereikt. Waar blijven de bubbels, de vrolijke groeten? We hebben andere bubbels, klitten bij elkaar in klein gezelschap. Als vers gebrandmerkt is de eeuw.
Moet dit volwassen zijn? Dat ieder mens nu duidelijk verantwoordelijkheden draagt voor het leven van de ander? Of juist verzuimt te dragen. De eeuw loopt wankel door, op hoop van zegen. Een kaarsje flakkert in haar hand.
Wat doe je als ze wegblijft? Niet langskomt op een onverwacht moment (vaak ongelegen net als je op bed ligt of op de fiets zit en juist dan de woorden opgeschreven willen worden)
Nu heb ik al heel lang niet meer op haar gerekend Het is wel even goed zo, er is genoeg te doen waar ik haar niet bij nodig heb
Dan zul je net zien: ze steekt toch weer de kop op als een krokus in de lente Ze laat me niet met rust en dat terwijl ze me nog niet zoveel te bieden heeft, een enkel woord, een stukje zin waarvan het maar de vraag is of er iets uit zal groeien
Maar goed, al moet er dan nog veel gebeuren en is juichen nog te vroeg Misschien is in een tijd als deze een belofte wel genoeg
Het was heet. Al vijf dagen achtereen. Temperaturen boven de 35 graden. Voor mij zag elke tropendag er hetzelfde uit. Lekker in de tuin met een mooi boek. Ik wist dat deze vijfde dag zo’n beetje de laatste was met deze temperatuur. Het weer gaat veranderen, maar wanneer? Val ik straks weer in slaap en glijdt mijn boek van mijn schoot, net als de andere dagen? Ik keek naar de lucht, nog niets aan de hand. Net als gisteren krioelden mieren over de tuintegels. Met welk doel eigenlijk? Een mierenhoop ontwikkelen gaat moeilijk hier. Ik zag enkele mieren met vleugels, dat waren de mannetjes, wist ik. Ik zette me weer aan het lezen. Ik wist nog dat er een licht briesje opstak. Niet meer dan dat. Toen ik wakker werd zag ik toch een soort schaduw in de tuin. Omhoog kijkend zag ik een inktzwarte wolk die met de zon speelde. Een subtiel spel waaraan ook de wind meedeed. De wolk schoof over de zon heen, maar net niet helemaal. De zon bescheen de wolkenrand en een felle streep zonlicht kwam in mijn tuin terecht. Er gebeurde veel op dat moment. Ik zag vogels dichtbij de wolk rondcirkelen. In de baan zag ik allerlei deeltjes dwarrelen die het midden hadden tussen vocht en stof. Ik wist het niet. De vleugelmieren waren veel talrijker geworden, ging er wat gebeuren? De bries werd sterker, de zwarte wolk kwam weer wat in beweging, de streep zonlicht werd iets breder. De wind was iets aan het draaien, het leek erop dat de vochtigheid in de lucht toenam. Hoe werken instincten, wat doen vogels of mieren op een moment zoals dit? Het was precies de juiste tijd of het juiste moment. Vele, vele mieren vlogen op, precies in de baan van de zon, maar waar naar toe? Ze riepen niet: ‘kom, we zijn er voor jullie…’ Ze waren er gewoon, precies op tijd, zoals de natuur dit modelleerde. En de vogels? Ze cirkelden al een poosje niet meer, er was een soort stand-by. Ineens openbaarde zich wat ik nog niet kende. De vogels doken massaal langs de zonnebaan naar beneden. Ik zag dat ze aan het foerageren waren kriskras door elkaar. Ik probeerde nog mieren te onderscheiden, maar ik zag ze niet meer…….