Nieuws

In de week van 17 februari ploft Schreef, het letterenblad voor en door liefhebbers, weer op de mat met een omslagverhaal over dichten door dichters die Nederlands niet als moedertaal hebben.

 De Nieuwegeinse Azar Tishe (Iran) en Utrechter Baban Kirkuki (Irak) vertellen over de hobbels waarmee ze te maken hebben. Zo heeft Kirkuki er naar eigen zeggen wel zes jaar over gedaan om een gedichtenbundel in het Nederlands te schrijven. Hij schrijft nu direct in het Nederlands.  Tishe schrijft haar poëzie eerst in het Farsi en dan in het Nederlands. Zij probeert de sfeer van het Farsi in haar Nederlandse poëzie te leggen zoals zij haar herkomstland beleeft. 

Verder in Schreef een reactie van Wim van Til, de grondlegger van het Poëziecentrum Nederland, op de Esther Jansma Poëzieprijs die hij onlangs kreeg. ‘Een prijs met een rouwrandje,’ zegt hij. Want eind januari overleed de naamgeefster van de onderscheiding, die bedoeld is om de amateur-poëzie in het licht te zetten.

Een amateurdichter die hoge ogen gooit is Herman Delwig uit Westervoort. Hij nam het initiatief om zijn dorpsgenoten zijn bundel cadeau te doen met voor elke week van het nieuwe jaar een gedicht. Wethouder Peter Pennekamp vond het ‘een schot in de roos’ en maakte het mogelijk dat de Westervoorters de bundel kunnen downloaden vanaf de website van de gemeente.

Tenslotte nog wat nasleep van het Schreefinterview uit december met Manon Uphoff. De literaire geschiedschrijving dateert haar debuut in 1995 met de verhalenbundel ‘Begeerte’ uitgegeven door Balans. Literaire detective Paul van Leeuwenkamp ontdekte dat haar debuut de bundel ‘De Lotus van Zoetermeer & andere verhalen’ vijf maanden eerder was, en nog wel bij de Utrechtse uitgeverij Innocenti. In Schreef van deze maand staat het allemaal haarfijn uitgelegd.

Schreef, jaargang 40, nummer 218, los nummer € 7,50, leden van Taalpodium krijgen hun tijdschrift automatisch thuisgestuurd.