Nieuws

Nieuws

Schreef feb 2025
18-02-2025

Dichten in een taal die niet je moedertaal is

In Schreef nummer 218 vertellen twee dichters die Nederlands niet als moedertaal hebben met welke hobbels ze bij het schrijven te maken krijgen. Baban Kirkuki, wiens wieg in Irak stond, deed er naar eigen zeggen zes jaar over om een eigen dichtbundel in het Nederlands te kunnen schrijven. Hier vertelt hij hoe hij het Nederlands onder de knie heeft gekregen. De Nieuwegeinse dichter Azar Tishe heeft haar wortels in Iran. Voor haar is Nederlands een ‘noordelijke taal met de kou die erbij hoort’.

Baban Kirkuki leerde Nederlands van Sesamstraat
WhatsApp Image 2025 02 11 at 20.26.11
“Toen ik in 1999 in Nederland terecht kwam nam een machteloos gevoel bezit van me. Het leek of ik in een bos zat vol vogels met nieuwe melodieën van harde g-klanken. Als vluchteling ben je toch al onzeker, nu kwam die onbegrijpelijke taal er nog eens bij. Ik zwom in de zee van de Nederlandse taal.

De vraag hoe die zee te ontcijferen achtervolgde me als een obsessie, ik wilde de sleutel vinden om in het nieuwe land te kunnen communiceren. In Irak was ik dichter, wilde ik in mijn nieuwe land dichter blijven dan moest en zou ik het Nederlands onder de knie krijgen. Ik was dan ook meer gericht op de verovering van die taal dan op een verblijfsvergunning. Zoniet, dan leefde ik zonder ziel, of was ik een bloem zonder geur. Na drie maanden kocht ik een woordenboek Arabisch-Nederlands. Woord voor woord leerde ik fladderen en later vliegen. Op een dag voelde ik dat ik op een hoogte van honderd meter zat. Ik stond altijd aan. Sesamstraat kijken, later Goede Tijden, Slechte Tijden, tijdschriften met veel foto’s doornemen, tekstborden, reclameposters, en ja ook de liedjes van Ramses Shaffy draaien, zo mooi.”

 Voor Azar Tishe is Nederlands een zee, het Farsi een eindeloze oceaan
18azar mw131361
Azar Tishe vertelt in Schreef over haar verlangen om de geuren, kleuren en geluiden van het land van haar jeugd mee te nemen naar het Nederlands. “Mijn moedertaal is een eindeloze oceaan, maar het Nederlands een zee,” verzucht Azar Tishe. Steeds blijft de plaats van haar jeugd in Iran haar trekken. “Ik heb mijn koffer nog niet geopend,” laat ze op zachte toon weten. “Ik wilde naar Londen en toen ze me hier afzetten zeiden ze dat ik in Londen was. Maar het was Nederland. Het lot heeft me hierheen gestuurd, het kan niet anders of dit land heeft op me gewacht. Ooit ga ik terug naar Iran. Ik had daar alles. Maar geen vrijheid. Ik denk veel na over wat vrijheid eigenlijk is, ik schrijf erover, wat het hier in dit land betekent. Op een dag neem ik de vrijheid mee naar Iran. Nederland is voor mij een pleisterplaats, want ik ben nog steeds op reis.” Terwijl ze dit zegt springen haar de tranen in de ogen en kijkt ze een beetje naar omhoog, langs de hoge wanden van de Nieuwegeinse boekenkathedraal waar het interview plaatsvindt.
In haar bundel ‘Reiziger’ verwoordt ze haar gevoel van ontheemding en haar onstilbare verlangen naar de grond waar ze geboren werd en naar school toe ging. In 2017 kwam het werk uit, maar de gevoelens die ze toen verwoordde breken zich nog steeds emotioneel naar buiten.

Luister naar de voordracht van Azar Tishe over de pijn van het gemis van de plaatsen van haar jeugd in Iran. Haar vertrekpunt: de dichtregels op het Utrechtse Centraal Station van C.S.S. Crone ‘Hoe verder hij ging, des te verder was zijn terugweg’.

afspelen

Sponsors, subsidiënten en samenwerkingspartners: